Net nog voor de lockdown besluit ik op de valreep naar Colombia af te reizen voor een koffieproeverij in het kader van ons Coffee for Peace-project. Ik ben uitgenodigd als hoofdjurylid te fungeren van een panel met ervaren, mondige proevers. Een eer en een plezier, want vooral discussiëren en samen interpreteren van smaakprofielen vind ik ronduit fascinerend. Het evenement wordt gehouden op een prachtige hacienda niet al te ver van Medellín. Aan het einde van het koffiegelag, na zo’n drie dagen intens ruiken en slurpen, volgt de veiling van de allerbeste lots. In de veilingzaal beland ik in een waarachtig Colombiaans pandemonium. Achterin zo’n zestig jubelende koffieboeren uit schilderachtige dorpen zoals Caicedo en Urrao en voorin ruim twintig ietwat beduusde internationale koffieproevers. En dan begint de veiling!

De veilingmeester versnelt zijn cadans van woorden. De geleidelijk stijgende prijzen suizen als pijlen door de lucht en ik hoor het joelen van de boeren. Mijn broer Barend en ik bieden samen met succes op enkele prachtige Coffee for Peace-microlots, waarna hij plots opstaat en aankondigt een lied te gaan zingen. De zaal verstomt van bewondering. De melodie van zijn zelfgecomponeerde acapella danst door de ietwat broeierige atmosfeer van de veilingzaal. In negen couple en zingt hij een ode aan koffie; van boer naar bes naar boon naar brander naar barista. “Ruik de struik, proef de jaren, de plukkers handen.” Eufonische koffiekunst.

Geur is onlosmakelijk verbonden met de beleving van koffie. Toen ik voor het allereerst bloemen rook in een kopje Panamese gesha werd ik meteen verliefd. Het emotionele geheugen en ook geur worden beide in het limbische systeem van de hersenen verwerkt. Eén van mijn vroegste herinneringen is van mijn derde verjaardag. Ik zit op een versierde kinderstoel die met geurende viooltjes is opgetuigd. Onweerstaanbaar. Blijkbaar heb ik toen zelfs enkele bloemblaadjes opgepeuzeld.

Men schat dat onze soort ten minste duizend aroma’s uit elkaar kan houden. Het benoemen is echter een andere kwestie. Met die gesha in Panama had ik destijds geen moeite. Ik rook het meteen. JASMIJN! De laatste tijd maak ik regelmatig met mijn hond Rocky een nachtelijk ommetje. Rocky is een gedreven snuffelaar. Elk luchtje kan hem bekoren. Soms zijn we halsstarrig aan het touwtrekken. Hij wil dan nog even lekker rondneuzen en ik wil gewoon naar bed. Geur, dat is wat ik nu het meeste mis. Ik snuif de geur van voorjaarsbloesem op, maar niet die van mijn medemens. Ik koester de hoop dat het spoedig weer mag. Ik verlang naar dat moment.

Bron: KTC nr. 35 - koffietcacao.nl
Illustratie Roel Steenbergen